Voor deze opdracht: https://lesmateriaal.voeten.com/blog/assessment-havo-en-vwo-4/
Het beoordelings-schema is generiek toepasbaar
Proces: 50%
3 | 5 | 7 | 9 | |
Wat kan ik al? | Je bluft met code van een ander, je kunt nog niet zoveel. | Je overschat jezelf en je ziet dat nog niet. | Je zit op het niveau dat de groep zou moeten hebben en je snapt dat ook | Je kunt dingen die de docent niet kan. |
Ambitie. Wat wil ik kunnen | Je doet alsof je slechter bent dan je bent. | Je wilt teveel, dat kan helemaal niet. | Je kunt een realistisch eigen plan maken. | Je stelt je doelen telkens bij aan de hand van je ervaring (8.5) Je zorgt dat je bijleert als je wat moeilijkers nodig hebt (9) |
Aanpak | Ik hou geen verslag bij van mijn activiteiten | Je houdt je werk bij maar in Office en dus niet online * dan kan je docent het niet volgen* | Je werkt op een gangbare manier aan je werkstukken | Je werkt op je eigen manier aan je werkstukken. Door te spelen leer ik het meest. |
Welke (eind)resultaten heb je? Wat heb je gemaakt? | Dit wordt beoordeeld bij het gedeelte eindtermen | Dit wordt beoordeeld bij het gedeelte eindtermen | Dit wordt beoordeeld bij het gedeelte eindtermen | Dit wordt beoordeeld bij het gedeelte eindtermen |
Eindtermen 50%
Bron: Examenprogramma Ministerie
Je kunt scoren op de volgende eindtermen. Elke behaalde term / niveau levert 3 punten op.