Het werken met functies is één van de belangrijkste dingen in het programmeren. We beginnen met het wisselen van twee waarden in een tuple.
Gebruik de aanroep
ef wissel(a,b):
Op de volgende regel, return het tuple waarin de waarden gewisseld zijn.
return([b,a])
Roep nu de functie aan met twee getallen en de functie
print(wissel(3,4))